loading...

Artikel | Terugblik

Succesvolle workshop ‘Lassen’

Op 22 maart werd in Lelystad de workshop Lassen gehouden, georganiseerd door OOC en RAI Vereniging. De inhoud van de workshop omvatte kennis van basismaterialen, kwaliteit en lastips.

De aanwezige carrosseriebouwers hadden verschillende functies: van lassers tot ontwerpers, van constructies tot inkopers van lasbenodigdheden. De workshop  werd gegeven door Evelien Dinkla van Weld Desq en Raymond van der Meulen van Lasschool.nl.

Basismateriaal

Kwalitatief goed lassen vereist kennis van het te lassen materiaal.
Naast RVS en aluminium zijn er 3 soorten staal, namelijk laag gelegeerd staat (S235 – S460ML), thermo mechanische fijnkorrel staal (S420M, S460MH, S650MC) en fijn korrelstalen gehard en ontlaten (zoals S460Q en S960Q).
Het verschil tussen de drie staalsoorten zit in de treksterkte maar ook in de behandeling van de materialen, zoals het koolstofgehalte, mangaan en silicium. Ook kan de ene een behandeling krijgen (denk aan walsen) terwijl de andere dat niet krijgt.

Afhankelijk hiervan moet het materiaal in sommige gevallen, zoals bij laag gelegeerd staal met veel koolstof voorverwarmd worden om een te snelle afkoeling tegen te gaan. Bij thermo mechanische fijnkorrelstalen kan een sterkteverlies optreden in de door de laswarmte beïnvloede zone.
Ook bij aluminium zijn er verschillende indelingen. Het aluminium dat in de 5xxx en 6xxx groepen zit wordt in de carrosseriebouw gebruikt. Beide soorten zijn goed te lassen maar bij de 5xxx groep kan er wel spanningscorrosie optreden.
Bij aluminium wordt het TIG lassen gebruikt voor dunne plaat en MIG bij een dikte vanaf 4 mm. Zowel MIG (Metal Inert Gaswelding) als MAG (Metal Active Gaswelding) maar ook TIG (Tungsten Inert Gaswelding) vallen onder smeltlassen. Bij smeltlassen wordt het materiaal op de verbindingsplaats in een vloeibare of deegachtige toestand gebracht. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een toevoegmateriaal. Bij MIG/MAG lassen wordt de boog getrokken tussen het lastoevoegmateriaal en het basismateriaal, bij TIG lassen is er apart lastoevoegmateriaal.

Behalve het smeltlassen is er ook druklassen, waarvan puntlassen een voorbeeld is. Deze wordt in de carrosserie- en trailerbouw minder toegepast en werd daarom niet besproken.

Tips

De belangrijkste tips die gegeven werden hieronder op een rijtje:

  • De lasdraad die je voor S355 gebruikt kan ook toegepast worden voor S235. Maar het lasdraad dat gebruikt wordt voor S235 kan niet bij S355 gebruikt worden.
  • Voor zowel staal als aluminium geldt dat het lasapparaat ingesteld moet zijn op 30 à 40 ampere per mm dikte. Voor RVS is dit 20 à 30 ampere per mm dikte.
  • Voordat aluminium gelast kan worden moet de oxidehuid verwijderd worden. Wanneer die verwijderd is, moet het aluminium binnen 4 uur gelast zijn anders is de oxidehuid weer terug.
  • Voorwaarde voor een kwalitatief goede las is dat het gebruikte lasdraad maximaal 1 jaar oud is. Is het draad ouder of aangetast dan kan de las verzwakt worden.
  • De slangen van het lasapparaat kunnen poreus zijn, hierdoor komt er water en zuurstof in iets wat de kwaliteit van de las verslechterd. Voor het lassen de slangen met gas door ‘spoelen’ voorkomt dit.

Kwaliteit

Om een kwalitatief goede las te krijgen moet er bekend zijn wat en hoe er gelast moet worden. De lasmethodebeschrijving is daarvoor van belang. Hierin staat hoe het materiaal gelast moet worden. Kan het bijvoorbeeld in een keer gelast worden of moet de las in meerdere lagen opgebouwd worden? Daarnaast is een controle op beschadigingen van zowel het basismateriaal als het toevoegmateriaal van belang.
Vooraf dient het oppervlak van het te lassen materiaal gecontroleerd te worden op eventuele aanwezigheid van een coatinglaag en dat het oppervlak schoon is. En natuurlijk de juiste keuze van het toevoegmateriaal, de voorbereiding van de lasnaad en een juiste manier van hechten naast de juiste lasvolgorde essentieel voor een kwalitatief goede las.

Onderzoek

Na het lassen kan de kwaliteit onderzocht worden met een non-destructieve methode of met een destructieve methode.
De bekendste nondestructieve methode is de visuele methode. Met het oog wordt nagegaan of de las goed. Deze visuele controle bestaat uit controleren las op scheuren, holtes, vaste insluitsels, verbindingsfouten en onvolkomen doorlassen, geometrische afwijkingen en andere onvolkomenheden.
Omdat met het blote oog niet alles te zien valt zijn er ook andere methoden voor inspectie, waaronder:

  • Magnetisch onderzoek: afwijkingen worden aangetoond via een ander beeld door metaalpoeder op de las en een magneet
  • Penetrant onderzoek van de las: hiervoor wordt een indicatievloeistof gebruikt die na schoonmaken in putten en scheuren achterblijft.
  • Röntgen-onderzoek: de las wordt doorgestraald, waarmee de kwaliteit beoordeeld wordt.
  • Ultrasoon onderzoek: aan de hand van geluidsgolven kan de las onderzocht worden.

Bij destructief onderzoek wordt bijvoorbeeld een trekproef, een buigproef of een kerftaaiheid-test uitgevoerd.

Bovenstaande onderzoeken worden door gespecialiseerde bedrijven uitgevoerd.

Bekijk andere

Artikelen

Geslaagde workshop ‘Lijmen: de nieuwe verbindingstechniek’

25 deelnemers, constructeurs en ontwerpers afkomstig uit de carrosserie- en trailerbouw en enkele uit de schadeherstel, werden 4 uur lang bijgepraat over diverse facetten…

Meer lezen

Op weg naar duurzame inzetbaarheid

Samen met OOC op weg naar duurzame inzetbaarheid. Bedrijven die werk maken van de gezondheid, betrokkenheid en ontwikkeling van hun werknemers, plukken daar vaak…

Meer lezen

Loopbaancoaches ervaren het echte vakmanschap

Lees meer over de startbijeenkomst van de loopbaancoaches op 13 maart 2018 bij VOC in Nieuwegein. En hoe zij zelf ervaren wat het vak…

Meer lezen
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Inschrijven